Elk jaar is 2 juni, de Internationale Dag van de Eetstoornissen, een gelegenheid om bewustzijn te creëren rondom de ernstige gevolgen van eetstoornissen. Voor Jolanda van der Velde en haar team is het onderwerp niet alleen op 2 juni, maar altijd aan de orde van de dag. Jolanda is teamleider van PsyQ eetstoornissen in Groningen en geeft samen met haar collega’s een impressie van het werk dat zij doen. “Als je eenmaal met eetstoornissen werkt, word je erdoor gegrepen.”

Trots

Sinds oktober 2007 is de polikliniek voor volwassenen volgens het concept van PsyQ gaan werken. Dit betekende dat het werd opgedeeld in zogenaamde zorgprogramma’s, waaronder eetstoornissen. Jolanda zit in haar werkkamer aan de Hereweg. “Voor 2007 werkten we generalistisch, maar toen moesten we een zorgprogramma kiezen. Ik kwam al snel bij eetstoornissen uit.”

Waarom was de keuze voor Jolanda dan zo snel gemaakt? “De cliënten zijn overwegend jongvolwassenen, ze zitten in een dynamische levensfase waar veel gebeurt. Ze worstelen met zichzelf, met wie ze zijn en met wat ze kunnen. Ze ontdekken en experimenteren. Dat vind ik enorm interessant. Bovendien gaat het om complexe en brede problematiek: een eetstoornis staat nooit op zichzelf, het komt ergens vandaan en er komt veel bij kijken.”

Met haar collega’s Evita (sociotherapeut) en Liesbeth (psychiater)

De afdeling is onderverdeeld in deeltijd, ambulant en de kliniek. Daar werken sociotherapeuten, GZ-psychologen, psychotherapeuten, psychiaters, diëtisten, systeemtherapeuten en psychomotorische therapeuten. Jolanda: “We hebben een heel prettige sfeer, en een fijne band met alle collega’s. Iedereen heeft het druk, maar we zorgen dat er tijd is voor een werkoverleg, een intervisie of een casusbespreking en kunnen altijd bij elkaar terecht.”

Jolanda is trots op PsyQ eetstoornissen. En op haar collega’s. “Ik wil eigenlijk dat zij ook zelf vertellen over het werk dat we hier neerzetten.”

Met het behoud van collega’s heeft Jolanda weinig moeite. “Over het algemeen blijven collega’s hier lang werken. Mensen werken hier graag omdat het een veilige omgeving is, maar ook omdat we humor hebben. Je hoort dat ook van mensen in opleiding die hier komen. Als je eenmaal met eetstoornissen werkt, word je erdoor gegrepen.”

Jolanda: “Ik denk dat mensen bij eetstoornissen in eerste instantie misschien denken: Wat moet ik hiermee? Misschien schrikt het wat af, maar het is zó interessant. De problematiek is een puzzel, maar wel een heel fascinerende puzzel.” Een collega van Jolanda die zich hier volledig in kan vinden is psychiater Liesbeth Visser. “Het mooie aan psychiater zijn vind ik dat je het hele plaatje bekijkt.” Lees het hele verhaal van Liesbeth hier.

CBT-E

Binnen PsyQ eetstoornissen wordt gewerkt middels CBT-E (Cognitive Behavorial Therapy-Enhanced), een specifieke vorm van cognitieve gedragstherapie gefocust op eetstoornissen. De therapie is ontwikkeld door professor Fairburn. Jolanda: “Professor Fairburn van Oxford heeft zich daar helemaal op toegelegd. Om een goede basis te leggen hebben we twee jaar geleden met de hele keten van eetstoornissen een tweedaagse training voor CBT-E gedaan, daardoor kunnen de disciplines goed samenwerken. Een psycholoog doet ander werk dan een diëtiste, maar dan spreek je wel dezelfde taal.”

Één van de cliënten die hulp heeft gevonden in Groningen is Anne. Zij ging op 56-jarige leeftijd voor het eerst in gesprek over haar eetproblemen. Anne: “Gelukkig waren de zenuwen bij het intakegesprek snel verdwenen. Dat kwam door de vragen die ze me stelden. De vragen waren zó direct, maar absoluut niet neerbuigend of met een oordeel.” Het hele verhaal van Anne lees je hier.

En zo zijn er naast Anne vele anderen die hun steun vinden aan de Hereweg in Groningen. Jolanda: “Er zijn ook cliënten die moeten accepteren dat ze er de rest van hun leven mee moeten omgaan. Ze komen er niet vanaf, maar leren wel hun weg erin te vinden.”

Anorexia, boulimia en eetbuien

Naast anorexia nervosa worden cliënten bij PsyQ eetstoornissen behandeld voor boulimia nervosa, eetbuistoornissen, ARFID (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder) en andere niet gespecificeerde eetstoornissen. Bij eetbuistoornissen compenseer je niet voor de eetbuien, bij boulimia wel. Jolanda: “Het ergste van boulimia is het braken, dat kan in het ergste geval leiden tot hartritmestoornissen. Het menselijk lichaam kan zó veel hebben, maar dat is soms juist ook een nadeel. Onze cliënten zijn vaak jonge mensen en die zeggen soms dat ze toch nog goed kunnen functioneren.”

Hoe worden diepgewortelde patronen en gedachten van cliënten dan doorbroken? En wat zijn belangrijke eigenschappen voor behandelaren die met eetstoornissen werken? Jolanda: “Je moet een lange adem hebben en genieten van kleine successen.” Een eetstoornis is vaak een manier om met lastigheden te dealen, het is dan uiteindelijk een ziekte geworden. Mensen met een eetstoornis denken dat ze pas een leuk persoon zijn als ze dun zijn of een bepaald aantal kilo’s wegen. Dat is waar wij aan werken: je bént niet je eetstoornis, je bént niet een getalletje op de weegschaal en dat maakt je níét leuker. Sterker nog, juist als je niet zo obsessief met eten bezig bent, word je een leuker persoon.”

De kliniek

De PsyQ kliniek voor eetstoornissen is een uniek onderdeel van de afdeling: het is de enige kliniek voor eetstoornissen in Noord-Nederland. Hier komen de cliënten waarbij een ambulante- of deeltijdbehandeling onvoldoende is. Cliënten vanaf achttien jaar verblijven er maximaal een half jaar en blijven vijf nachten per week slapen. Cliënten zijn in de weekenden thuis om het geleerde in de praktijk te kunnen brengen. Zaken waar ze tijdens het weekend tegenaan lopen worden in de kliniek en de therapie weer verwerkt.”

Jolanda: “Je krijgt op een gegeven moment een hongerbrein, waardoor mensen met ernstig ondergewicht zichzelf als dik in de spiegel zien. Ik heb wel eens mensen gezien die zijwaarts door de deuropening gaan, omdat ze denken dat ze te dik zijn om door de deuropening te komen.”

“Als je weer redelijk eet, en een wat normaler BMI krijgt, dan herstelt dat hongerbrein zich ook. Wat ze bijvoorbeeld in de kliniek doen, maar ook bij ambulant en deeltijd, is naar zichzelf kijken. Spiegelen, dat is een belangrijk onderdeel. Ze moeten leren hun lichaam wat meer te waarderen, in plaats van wat ze vaak doen, checken: waar zit een vetje, of waar kan nog wat vanaf?

“In de kliniek helpen we ze met eten, en dat ze niet denken dat het slecht is als ze wat aankomen. Je probeert ze te laten beseffen: je bent mooi zoals je bent.”

Cliënten op de kliniek krijgen met allerlei medewerkers te maken, van GZ-psycholoog tot diëtist. De sociotherapeuten zijn het nauwst bij het gehele proces betrokken: elke cliënt wordt gekoppeld aan een van de sociotherapeuten. Een van die sociotherapeuten is Evita Rubbens. “Het klinkt misschien gek, maar ik kan me goed verplaatsen in deze doelgroep”. Het hele verhaal van Evita lees je hier.

Energie

Kleine stapjes. En soms zelfs accepteren dat een cliënt een leven lang moet strijden tegen de stoornis. Haalt Jolanda daar haar energie uit? “Ja. Maar soms zijn het ook grote stappen hoor. Cliënten die bijvoorbeeld seksueel misbruikt zijn en er door een behandeling niet constant meer last van hebben. Of er geen nachtmerries meer van hebben. Dan denk ik: jeetje, wat een verbetering van leven.”

“Maar ook als je niet alle doelen van de cliënt bereikt, is het werk heel mooi. Door je te verdiepen in iemand, door met iemand mee te mogen lopen op zijn of haar pad. Het is geweldig als je er een draai aan kan geven, maar het is sowieso mooi om er voor iemand te zijn.”