Stynke Castelein is hoofd onderzoek van Lentis Research en bijzonder hoogleraar herstelbevordering bij ernstige psychische aandoeningen. Zij initieert en doet onderzoek naar herstel, schrijft richtlijnen, begeleidt promovendi, geeft colleges en maakt zich sterk voor het stimuleren van herstelgericht werken. Het welzijn van de patiënten staat bij al haar werk centraal.
Hoe ben je bij Lentis terechtgekomen?
In 2009 ben ik gevraagd om samen met Rikus Knegtering de onderzoeksafdeling vorm te geven binnen Lentis, Lentis Research. Ik houd mij met name bezig met psychosociale en psychologische interventies en Rikus richt zich als arts vooral op medicatieonderzoek. Met mijn onderzoeksgroep werk ik er hard aan om naast klinisch herstel ook maatschappelijk en persoonlijk herstel van patiënten te bevorderen. Uit cijfers die we uit onderzoeken hebben geanalyseerd, blijkt dat het er vooral op het gebied van maatschappelijk herstel veel winst valt te behalen voor onze medemensen met ernstige psychische aandoeningen. Dat is dan ook mijn leeropdracht als hoogleraar: het herstel van mensen nader onderzoeken en hun kwaliteit van leven en herstel zo goed mogelijk bevorderen.
Kun je daar iets meer over vertellen?
We willen graag interventies maken waar patiënten behoefte aan hebben. Heel veel mensen zijn bijvoorbeeld eenzaam en hebben behoefte aan lotgenotencontact. Wij zetten vervolgens groepen op, zodat lotgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Op zich is dat niet een hele ingewikkelde interventie, maar het gebeurde niet. We doen ook interventieonderzoek: Hoe werkt de nieuwe behandeling? Hoe groot is het effect? Werkt het, dan implementeren we het zo snel mogelijk. Bovendien kijken we naar het beloop van herstel. We volgen mensen meerdere jaren, zodat je precies kunt zien wie herstelt en wie niet. Die cijfers geven weer sturingsinformatie waar Lentis of gemeentes beleid op kunnen maken. Dat is belangrijk en zou naar mijn idee nog meer kunnen gebeuren.
Is dat een grote uitdaging voor je?
Ik zou het heel tof vinden wanneer bijvoorbeeld het UWV en gemeentes de cijfers van onze onderzoeken gaan gebruiken in hun beleid. Ze gebruiken nu al herstelcijfers in hun beschermd wonen beleid, maar er kan nog meer mee worden gedaan. Daarnaast is het ook nog een leuke uitdaging om professionals instrumenten te geven om herstelgericht te kunnen werken. Ze willen wel, maar de tools ontbreken nog. Ik hoop dat later heel veel van onze onderzoeken terugkomen in beleid en behandelingen en dat we kunnen zeggen: daar hebben we voor de patiënten het verschil kunnen maken.